Gastgerichtheid moet hip worden

René Pluijm

Twintig jaar geleden stond je als ‘kokkie’ te zweten in een (meestal te kleine) keuken, verstopt achter een klep die alleen open schoof als er wat gerechten ‘uit’ gingen of om wat geblèr van iemand uit de bediening aan te horen. Na het schoonboenen van de keuken verdween je via een achteruitgang met een vuilniszak in je hand die je onderweg in de container kiepte.

Tekst gaat onder afbeelding verder Gastgerichtheid moet hip worden

Er is, God zij geprezen, veel veranderd. Dankzij aandacht in de media, waarvan ook ik dankbaar gebruikmaak, hebben de ‘heren koks’ inmiddels meer respect verworven. Het is zelfs ietwat doorgeslagen vind ik; uit getailleerde buizen verschijnen de getatoeëerde armen van een kok met gestileerd baardje en een staart, die met een pincet borden opmaakt. Ik weet dat ik enigszins chargeer, maar toch… Tijd om het, minstens zo belangrijke, andere onderdeel van ons mooie ambacht in the spotlight te zetten: gastheerschap! Ten eerste omdat adequate bediening reden nummer één is en blijft om een horecabedrijf te bezoeken. Zelf heb ik vele jaren ‘aan de voorkant’ gewerkt en enorm veel voldoening gehaald uit de bevestiging dat gasten blijer vertrokken dan dat zij binnen kwamen.

Ik vraag me af waarom gastgerichtheid in Nederland door de meesten van ons niet wordt gezien als vak, maar als ‘bijbaan’. Daardoor ligt onverschilligheid op de loer en dat is de moordenaar van ons vak. Als ik horeca in één woord mag omschrijven dan is het: AANDACHT.

Ik schrijf dit artikel in het vliegtuig, terugkomend uit Spanje. Zo mooi om te zien hoe professioneel, trots en gedreven mannen daar, meestal in zwart-wit, hun wijk beheersen, heen en weer vliegen, flessen wijn aan tafel open knallen, met elkaar (luidruchtig) communiceren, maar ook de tijd vinden om je uit te leggen hoe lekker hun ‘specialidad’ vandaag is én ook nog grapjes maken. Vakmanschap in optima forma. Zo inspirerend zelfs dat ik besloot nu eens niet te schrijven over eten! En tot een soort inzicht kwam: het is van enorm belang voor de horeca in het algemeen dat er een publieke verbreding komt met betrekking tot het totaal. Nog enthousiaster zal ik tekeer gaan bij de gastgerichtheidstrainingen die ik zo nu en dan mag geven op scholen en horecabedrijven en daar waar mogelijk zal ik mij inzetten voor alle facetten van gastvrijheid.

Ik wil er niet zweverig over doen, maar gerichte aandacht – je mag het best liefde noemen – voor je medemens is toch een feest om te ervaren als gast.

Met mijn crew logeerde ik enige tijd geleden bij WestCord op Terschelling. Als een warm bad was het (geloof me maar, ik ontvang geen gage voor dit artikel!) vanwege het totaal; de ontspanningsmogelijkheden, de keuken die bestierd wordt door een chef-kok die persoonlijk op zoek gaat naar lokale ingrediënten en last but not least, u raadt het al: de goed georganiseerde vriendelijke bediening. Ik wil er niet zweverig over doen, maar gerichte aandacht – je mag het best liefde noemen – voor je medemens is toch een feest om te ervaren als gast. Maar net zoals ik niet weet wat ik mooier vind, koken of eten, weet ik ook niet wat ik mooier vind aan die andere kant: gastheerschap ontvangen of verlenen!

Tenslotte: als ik het mag meemaken, dan zou ik graag een tv-serie produceren waarin gastvrouwen en gastheren op een eigentijdse manier op een voetstuk worden geplaatst en daarmee het zelfde respect krijgen als de koks van nu. WestCord, mag ik uw vaandeldrager zijn?!

Culinair avonturier en kok René Pluijm is in Nederland en in het buitenland op alle gebieden van het restaurantwezen actief geweest en noemt zichzelf een reislustige vakidioot, altijd op jacht naar authentieke en onbekende producten. Je kunt hem kennen van twee succesvolle tv-series ‘Pluijm op
Pad’ en meerdere seizoenen ‘Pluijm’s eetbare wereld’.

Fout ontdekt? Laat het ons weten!

Er zijn 0 reacties geplaatst