Schaatser Kjeld Nuis is iemand die zich niet in een hokje laat plaatsen. Deze atleet doet aan snowboarden, breakdance en inline-skating, maar zijn focus ligt vooral op de 1000 en 1500 meter schaatsen. Na de Olympische Spelen in PyeongChang wordt Kjeld Nuis ook wel ‘schaatskoning Kjeld’ genoemd. De meervoudig wereldkampioen en Olympisch kampioen beleefde tijdens de Olympische Spelen van 2018 zijn hoogtepunt door twee keer goud te pakken op de 1000 en 1500 meter.
We kennen je natuurlijk van die mooie momenten dat je de olympische titel veroverde in Gangneung. Iedere keer lever je weer een strijd en was je na de 1500 meter ook de beste op de 1000 meter door na een bloedstollende strijd af te rekenen met Havard Lorentzen. Hoe onderscheid je je van je concurrentie?
‘Ik ben denk ik iets uitbundiger dan de meeste schaatsers. Ik vind heel veel leuk naast het schaatsen en denk dat mijn brede interesse mijn kracht is. Ik heb naast het schaatsen veel gesport en gedaan en je moet je dan voorstellen dat ik als jong ventje bijvoorbeeld met mijn maatjes en mijn skateboard tijdens de vakantie alle skateparken in Nederland afging. Ik vond skaten leuk, maar ook snowboarden en breakdance bijvoorbeeld. Doordat ik “totally dedicated” ben en uit een ander milieu kom ben ik van jongs af aan gewend om altijd in beweging te zijn. Ik heb het nu wel eens met mijn vader (leraar sport en beweging, red.) dat de jeugd veel minder buiten komt en beweegt. Ik denk dat die onbezorgde jeugd mij uiteindelijk heeft laten inzien dat er van alles mogelijk is.’
In veel interviews staat dat jij graag je grenzen opzoekt en ook bij je sponsor Red Bull heb je een snelheidsrecord neergezet.
‘Vroeger kende ik totaal geen angst, maar nu ik wat ouder word zal ik me niet zomaar overal vanaf storten. Vergeet niet dat in mijn team bij Red Bull allerlei waaghalzen zitten en vorige zomer in Insel klom mijn maatje Douwe de Vries een rots op om daarna van een klif in een rivier te springen. Ik klom hem achterna, maar halverwege werd ik echt bang en dacht ik na wat er allemaal kon gebeuren. Ik heb hoogtevrees, dus dat doe ik niet meer.’
Kampioen worden is knap, maar kampioen blijven is de kunst. Hoe presteer jij het beste onder druk?
‘Iedere keer moet je weer presteren, je bent zo goed als je laatste medaille. Toen ik achttien jaar oud was en voor het eerst won gaf dat een kick en hoorde ik eindelijk bij de gevestigde orde. Daarna waren de verwachtingen hooggespannen en moest ik het ook echt waarmaken. Vervolgens werd ik ziek en werd ik niet geplaatst voor de Olympische Spelen. Dat gaf mentaal een harde klap. Mijn ex heeft me toen geholpen en in contact gebracht met professionals hoe ik het beste met die mentale druk om kan gaan. En dat zijn heel simpele oefeningen zoals concentreren op mijn ademhaling zodat ik niet met de dingen om me heen bezig ben. Juist die minuten voor de wedstrijd word ik heel gefocust en kalm, dan kom ik als het ware “in the zone”. Ik hou ook van structuur, dus ik heb een bepaalde routine voor mijn wedstrijd die ik heel structureel afwerk zodat ik ontzettend gefocust ben. Maar ik ben nog wel aanspreekbaar hoor, een klein beetje opgefokt zijn is juist goed voor een wedstrijd. Maar ik laat de emoties niet meer toe, ik ben geheel geconcentreerd.’
En na al die jaren trainen, ‘eat, sleep, repeat’; wat geeft jou nog steeds de grootste kick?
‘Winnen. Als ik win dan voel ik me ook letterlijk onoverwinnelijk en euforisch. Dan komt alle ontlading eruit, dan vallen alle puzzelstukjes ineen. Waar ik de afgelopen jaren zo hard voor getraind en geknokt heb, waar ik neurotisch mee bezig geweest ben, valt dan allemaal op zijn plaats doordat ik win. Dan komt alles eruit en zie ik als in een film tot in de kleinste details alles aan me voorbijtrekken.’
‘Iedere keer moet je weer presteren, je bent zo goed als je laatste medaille’
Wij kennen jou als topschaatser, maar wie ben je privé?
‘Hetzelfde, werk en privé ben ik gewoon dezelfde persoon. Ze zeggen ook: “Je wordt wat je doet”. Ik was vroeger misschien wel iets chiller, mijn leven staat nu volledig in het teken van de sport. Ik probeer mijn sociale contacten natuurlijk wel te onderhouden en ik hou van gezelligheid, maar mijn sport gaat voor. Ik mis het soms wel, maar dan denk ik altijd dat ik mijn tijd wel inhaal als ik veertig ben. Ik ga alleen maar om met atleten en die zijn allemaal zo, dus dit is wat ik normaal vind. Ik heb drie weken per jaar vrij en dan ga ik graag naar een concert of snowboarden en dan geniet ik wel echt. Ik wil me hier nog vijf jaar vol op storten en het is voor mij zeker geen opgave, maar juist een voorrecht.’
Wie inspireert jou enorm en waar haal je de kracht vandaan?
‘Dat is toch echt Sven Kramer. Als je ziet hoeveel jaren hij al aan de top staat en hoe hij met de druk omgaat, heb ik enorm veel respect voor hem. En Bibiane Mentel is een ongelooflijke vrouw die zichzelf iedere keer weer overwint. Ze heeft al zo vaak kanker gekregen en overwonnen, ik ken niemand die zo krachtig is en zo sterk. Ik heb enorm veel respect voor haar als sporter en als mens en uit zulke fantastische voorbeelden haal ik absoluut mijn kracht.’
‘Je wordt wat je doet’
Als je geen topsporter geworden was, in welke rol hadden we je dan kunnen vinden?
‘In het team van Red Bull heb je de Athletes Manager die alles voor onze atleten binnen het team regelt. Dus bijvoorbeeld voor de jongens en meiden van beachvolleyball, motoX, triatlon, hockey, speedskating, skateboarding, Formule 1 en snowboarding managet diegene alle evenementen. Dat lijkt me heel cool. Tijdens brainstormsessies verzinnen we de meest geweldige dingen om het snelheidsrecord speedskating te verbeteren en we zijn nu met iets supercools bezig in Salt Lake City. Maar de Athletes Manager brengt ook alle sporters met elkaar in verbinding, zodat we gebruik kunnen maken van elkaars expertise, kennis, trainingsvormen en disciplines. Sporters werken supergedreven en dat is waar mijn hart ligt.’